Legs of a couple standing opposite each other

Leiderschap en taal; grenswerkwoorden

Gepubliceerd: 16 april 2021

Inzicht in je eigen woordgebruik en wat dat zegt over je autonomie en ‘accountability’ 

Taalgebruik is veelzeggend. Taal is de brug tussen wat vanbinnen leeft naar de buitenwereld. Aan taal kun je dan ook zien/aflezen hoe autonoom, dus zelfsturend, een leider (van binnen) is. Taal geeft zicht op persoonlijk leiderschap. Ik neem je mee in het verband tussen autonomie en taal, en focus op een paar werkwoorden. 

Zelfsturing 

Autonomie is voor mij ‘zelfsturing, het bepalen van je eigen lot, verantwoordelijkheid nemen voor je eigen daden en gevoelens en het loslaten van patronen die irrelevant en ongeschikt zijn om in het hier en nu te leven’.  

Autonome leiders zijn uitzonderlijke leiders, zij maken het verschil. Zij kennen zichzelf goed. Ze zijn bevrijd van de beperkingen van hun (vaak onbewuste) levensverhaal, en kunnen al hun talenten en intelligentie gebruiken om zichzelf en hun team of bedrijf naar zijn grootste potentieel te brengen.  

Zonder autonomie kan een leider het contact verliezen met haar/zijn kerndoel en kernwaarden. Zonder autonomie kan gedrag defensief, impulsief en inconsistent worden. Met een risico op overhaaste conclusies, dingen te persoonlijk opvatten of de werkelijkheid filteren. Dit zijn allemaal logische reacties, maar niet per se helpende 

Verantwoordelijkheid 

Okay, maar wat is dan wél helpend? Effectief reageren in het moment, op basis van de realiteit van het moment. Je bewust zijn van je eigen levensverhaal. De vraag is: hoe doe je dat? Het antwoord: door verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen denken, voelen en handelen. VerANTWOORDelijkheid is hierin een interessant woord; het gaat over een antwoord kunnen geven, ‘je verantwoorden’, ‘accountable’ zijn. 

Meer lezen van Jacobien Geuze?

Lees ook de blog van Jacobien Geuze over Leiderschap en taal; miskenning

Interne stemmen 

Vaak geven we intern antwoorden op een stem van een ander, in plaats van op die van onszelf.  We hebben een hele berg aan ‘geinternaliseerde’ stemmen; van buitenaf gehoorde boodschappen uit je verleden. Bijvoorbeeld over hoe je zaken zou moeten regelen, over wat je zou moeten nastreven, wat belangrijk is en wat vooral niet de bedoeling is. Deze stemmen bepalen regelmatig wat we vinden en hoe we ons gedragen. 

Wat kun je daar nou mee, als het gaat om persoonlijk leiderschap? Het helpt om jezelf wat onderzoekende vragen te stellen en scherp te zijn op een aantal woorden die je intern gebruikt, en misschien ook wel in contact met de buitenwereld. Het gaat om moeten, zullen, kunnen, willen en mogen 

Moeten of willen 

Deze werkwoorden heten modale werkwoorden. Ze geven aan welke houding de spreker heeft ten opzichte van het hoofdwerkwoord, zoals noodzakelijkheid (moeten), waarschijnlijkheid (zullen), mogelijkheid (kunnen), wenselijkheid (willen) en het ontbreken van noodzakelijkheid of verplichting (mogen). Ze representeren een relatie tussen de uiting en de werkelijkheid! 

Als ik zeg: ‘ik moet beginnen met die klus’, betekent dat iets anders dan ‘ik mag beginnen met die klus’ of ‘ik wil beginnen of ‘ik kan beginnen’. Je zult het wel merken; de ene zin spreek je zelf vast makkelijker uit dan de andere. Bij ‘moeten’ is onze kritische interne stem aan het woord, bij ‘mogen’ gaat het om toestemming geven aan jezelf, een mildere stem die support geeft. Bij ‘willen’ gaat het om intentie en eigenaarschap en bij ‘kunnen’ om je capaciteiten. 

Grenswerkwoorden 

Deze werkwoorden worden ook wel ’grenswerkwoorden’ genoemd.  Ze geven de mogelijkheid grenzen te onderzoeken. Interne grenzenVaak voeg ik nog ‘durven’ toe, hoewel dit taalkundig gezien geen modaal werkwoord is. Vraag je je wel eens af: wat moet ik van mezelf, wat mag ikwat kan ik of wat durf ik? Zo kun je verkennen of je interne grenzen tegenkomt.  

Jkunt dus de interne beweging richting autonomie (verantwoordelijkheid; eigenaar zijn van je geschiedenis EN je potentieelof juist minder effectief gedrag opsporenDe grenswerkwoorden drukken uit hoe de spreker zichzelf verhoudt tot, in dit geval, het beginnen met een klus.  

In deze zinnetjes is het duidelijk dat de spreker in ieder geval verantwoordelijkheid neemt voor zijn/haar eigen uitspraak door het gebruik van ‘ik’. Dat is al winst. Ook hierover valt van alles te zeggen want vaak gaat dit anders. Zoals in de volgende zin: “Je moet genoeg bewegen“. In deze zin neemt de spreker geen verantwoordelijkheid. Hij generaliseert en maakt geen onderscheid tussen een eigen opvatting en die van anderen. Een vooroordeel kleurt dan de realistische waarneming. Daarover meer in een volgende blog! 

Jacobien Geuze - TSM

Over Jacobien Geuze

Jacobien Geuze is coach en programmamanager bij TSM Business School. Zij faciliteert verandering, organisatie-effectiviteit en sterkere relaties en helpt daarmee organisaties en leiders hun volledige potentieel te benutten en hun doelen te verwezenlijken. “Dit vraagt persoonlijke ontwikkeling en de bereidheid om daarin werk te doen. Een blik naar binnen en openheid om ons perspectief te veranderen. Dan kunnen we leven en werken vanuit passie, power en purpose. En ervaren we de kracht om diepere impact te maken op de wereld om ons heen.”

Op de hoogte gehouden worden?

Elk kwartaal sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.