Taalgebruik als inkijkje in het vermogen om de werkelijkheid om ons heen te duiden
“Wat leiders zeggen doet ertoe. Woorden kunnen verwonden en vernietigen, maar ook helen en beschermen. Daarom is het waardige weerwoord essentieel.” Dit schreef Sigrid Kaag in een opiniestuk op 29 juni, waarin ze opriep naar elkaar te luisteren in het Kamerdebat. Ze heeft een punt.
Een voorbeeld: door de anti-moslim retoriek van Donald Trump in 2016, en de versterking door sociale media, steeg het aantal anti-moslim ‘hate-crimes’ met een derde (Levin, California State University, 2017).
Krachtige boodschap
Wat leiders zeggen heeft dus impact. Maar hoe ze dat doen net zozeer. We houden Trump even aan als voorbeeld, hoewel hij momenteel veel minder in beeld is. Je kunt het oneens zijn met zijn boodschap, maar hij laat wel congruent taalgebruik zien; zijn overtuigingen, gedrag en taal zijn met elkaar in overeenstemming. En dat maakt een boodschap krachtig.
Tegelijk, als je kritisch luistert naar zijn taal, valt er heel wat uit af te leiden over zijn vermogen als leider. Zijn woordgebruik en zinsbouw zijn bijvoorbeeld vrij basaal. Uit onderzoek (Schumacher & Eskenazi, 2016) blijkt hij een taalontwikkeling te hebben rond taalniveau groep 7/8. Vergelijkbaar met dat van 11 tot 12-jarigen. Dit is gebaseerd op zijn spontane taal, dus speeches etc. zijn hierin niet meegenomen.
Vermogen als leider
Veel mensen hebben twijfels bij Trumps potentieel als leider. Hier maak ik graag een sprongetje naar emotionele intelligentie, dat nauw samenhangt met morele en sociale ontwikkeling, ook wel ‘maturiteit’. Maturiteit openbaart zich in onze taal, blijkt uit ander onderzoek, door psycholoog Cook-Greuter (2005). Taalgebruik geeft een inkijkje in het vermogen van iemand om te realiteit te interpreteren en om te zetten in nodige actie.
Cook-Greuter ontwikkelde de ego development theory; de ontwikkeling van persoonlijk leiderschap maakt dat iemand steeds subtieler onderscheid kan maken in ‘betekenisverlening’, in de loop van de tijd. Onderdeel van deze theorie is een schaal van ontwikkeling van 0 tot 10. Haar conclusie; iemands begrip van macht, feedback, tijd, liefde, integriteit en waarheid verandert met toenemende rijping/ontwikkeling. En het vermogen om hieraan betekenis te geven, zie je terug in taal. Een vergelijkbaar resultaat werd gevonden in een onderzoek in 2018 (Lanning, Pauletti et al).
Emotionele intelligentie en taal
Een peuter bijvoorbeeld, stelt zichzelf centraal en dat blijkt uit het veelvuldig gebruik van het woord IK. Vrij snel daarna leert het dat er ook zoiets bestaat als een jij. En nog iets later dat er nog meer anderen zijn met andere meningen en ander gedrag (wij, jullie, zij enz.). Met andere woorden; het kind leert onbewust dat er meerdere perspectieven zijn. Dit vermogen, om het perspectief van een ander te kunnen begrijpen, kan zich verder door ontwikkelen en wordt mede bepaald door emotionele intelligentie en persoonlijke groei.
Perspectief en nuances
De figuur laat zien dat in de eerste ego-ontwikkelfase, ‘Impulsive’, woorden als ‘nice’ en ‘nobody’ kenmerkend zijn. Gaandeweg de persoonlijke ontwikkeling (met de klok mee) is zichtbaar dat woordgebruik verandert. Leiders met een hoge emotionele intelligentie en maturiteit zullen woorden gebruiken die nuances duidelijk maken, of perspectief-name. Zoals in de fase ‘Autonomous/integrated’ te zien is; ‘particularly’, ‘trapped’ and ‘resources’.
Een voorbeeld
Een leider die zijn gedrag laat afhangen van de goedkeuring van anderen, bevindt zich in de conformerende fase (de figuur toont een versimpeling van de 10 fasen). Zelfs als een manager een MBA van een top business school heeft, of een doctoraat, zal hij/zij niet echt in een positie zijn om een hogere managementfunctie te vervullen (cf. Binder, 2007, Kegan, 1998). De reden; zolang hij/zij niet in staat is om volledig te handelen naar eigen verwachting en denkwijze, heeft hij/zij nog niet het niveau bereikt dat in de ontwikkelingspsychologie wordt gezien als ‘volledig volwassen’. Deze fase kenmerkt zich door een gezonde mate van zelfkritiek, het vermogen om te oriënteren op lange termijndoelstellingen en om standpunten van andere mee te nemen in eigen afwegingen.
Het duiden van de werkelijkheid om ons heen, en het mede vormgeven ervan, is een belangrijke taak van leiders. Hun vermogen om deze realistisch en genuanceerd waar te nemen, en te verklaren, uit zich in hun taal. Laten we hopen dat zoveel mogelijk leiders zich door ontwikkelen tot in ieder geval dat volwassen niveau.