Wie kent ze niet, die gesprekken die niet vanzelf gaan. Je bereidt je voor, maar theoretische voorbereiding op een praktijkgesprek, dat dekt de lading niet.

Intervisie, het goede gesprek en de onderstroom

Vaak wordt aan een TSM-opleiding intervisie gekoppeld. Tijdens intervisie spar je met anderen over wat je dwarszit, waar je mee worstelt of hoe je beter en effectiever je vak kunt uitoefenen. Zo verkrijg je inzichten en kan het geleerde uit de opleiding nog effectiever worden toegepast in de praktijk.
Wat me bij intervisie opvalt, is dat persoonlijke thema’s vaak universeel blijken: iemand brengt iets in en er is herkenning bij de andere deelnemers. Veel intervisievragen raken aan relationele aspecten; die ene ‘lastige’ collega, hoe je staande te houden in snelle en grote veranderingen, het vinden van een juiste werk-privé balans. Maar wat vooral opvalt is dat de uitkomst bij dit soort intervisievragen regelmatig neerkomt op het voeren van een goed gesprek. Maar wat is dat nou eigenlijk, een ‘goed gesprek’?

In zekere zin is een goed gesprek een soort ‘intervisie op de werkvloer’. Het betekent onder meer jezelf volledig uit durven spreken binnen de situatie die het betreft. Ook – of misschien juíst – de onuitgesproken gedachten en gevoelens over de betreffende situatie. Daarin schuilt werkelijke wijsheid, die nodig is om verder te komen. We noemen deze combinatie van niet getoonde emoties, voor- en afkeuren, drijfveren, overtuigingen, machtsverhoudingen en onuitgesproken gedachten ook wel de onderstroom.

Het voeren van gesprekken over de onderstroom kan naast dat het in persoonlijke situaties hulp biedt, ook grote effecten hebben voor de organisatie(cultuur). Patricia Shaw schreef in haar boek ‘Changing conversations in organisations, A complexity approach to change’ al over het belang van gesprekken in organisaties. Haar boodschap: organiseren gebeurt in gesprek. Gesprekken zijn volgens haar, naast een inhoudelijke uitwisseling, “een voortdurende onderhandeling over hoe we elkaar zien en hoe we ons tot elkaar verhouden”. In gesprek worden opvattingen bestendigd en veranderd, bijvoorbeeld over wie leider is en wie volger, wie machtig is en wie niet, wie onderneemt en wie afwacht.  Zodra we in gesprek treden is onzekerheid een gegeven. Het is juist in deze onzekerheid dat je samen kunt verkennen: we kunnen in het hier-en-nu nieuwe betekenissen geven; aan de situatie, de samenwerking, de opdracht, mogelijkheden en beperkingen.

Nu werkprocessen steeds minder geformaliseerd worden en de organisatiestrategie minder top-down plaatsvindt, bepalen individuele professionals door de dagelijkse beslissingen die ze nemen grotendeels de richting van de organisatie. De schaduwkant hiervan is dat voor je het weet, deze professionals of hele teams en afdelingen langs elkaar heen werken. Terwijl bij veranderingen de wederzijdse afhankelijkheid juist toeneemt; vaak zijn meerdere afdelingen, teams en disciplines betrokken. Dit kan alleen maar goed gaan als we met elkaar in gesprek blijven. Dan zijn we pas echt ‘agile’.

Het is natuurlijk gemakkelijk gezegd, een goed gesprek. En iedereen zou het moeten kunnen voeren. Toch vraagt het meer dan we denken. Meer nog dan vaardigheden zoals luisteren, doorvragen en reflecteren, vraagt het om rust en aandacht. En daar leveren we bij TSM graag een bijdrage aan; moed, rust, plezier en aandacht om het goede gesprek aan te gaan. In intervisie en op de werkvloer.

Over Anita van der Kooi
Anita van der Kooi is docent in de module persoonlijk leiderschap van de Executive MBA. Als trainer, coach en organisatieadviseur richt ze zich vooral op de manier waarop mensen met elkaar samenwerken. Daarbij maakt Anita onder andere gebruik van het goede gesprek, lichaamswerk, opstellingen en voice dialogue.

Gepubliceerd: 1 september 2017

Op de hoogte gehouden worden?

Elk kwartaal sturen we nieuw gepubliceerde kennisartikelen en houden we je op de hoogte van (gratis) inspiratiesessies en relevante informatie over onze academische opleidingen.