Wanneer ontwikkelingen betekenis krijgen, kun je je ertoe gaan verhouden. Wat vinden we hier eigenlijk van? Wat betekent dit voor ons en voor wie we zijn? Wat kunnen, willen en durven we hiermee? En wat vooral niet? Wat houdt ons tegen en waarom? Deze stap gedegen kunnen zetten vraagt om het kunnen overzien en hanteren van de hele bandbreedte van ambivalente gedachten en gevoelens. En juist in deze fase kunnen disfunctionele patronen maken dat mensen en ook teams verkrampen, waardoor het niet meer lukt om zich op een gezonde manier te verhouden tot wat er op hen afkomt.
Het vermogen om die spanning en kwetsbaarheid te hanteren is dus randvoorwaardelijk om je werkelijk te kunnen verhouden tot wat zich voordoet. Teams kunnen helpen om deze spanning te dragen, maar weet dat onvoldoende ontwikkelde teams die spanning juist verhogen, een lastige paradox. Wij noemen die vrije ruimte, de leegte die hiervoor nodig is, een plek van mogelijkheden. En juist omdat deze plek zo rijk maar ook zo kwetsbaar is, is het van belang om zicht te hebben op de dynamieken die maken dat je die plek kunt bereiken met elkaar. Je vindt die plek meestal eerst in jezelf om vervolgens anderen te kunnen helpen om die plek ook te vinden of om alvast te vinden wat maakt dat iemand er van weg beweegt. Pas als dit vermogen voldoende aanwezig is zijn teams en zelfs organisaties in staat om bewust te werken aan een gezamenlijke plek van mogelijkheden. We starten onze reflectie op dit derde deel van onze praktijktheorie dan ook met onszelf als individu. Daarna maken we de slag naar teams en organisaties. Laten we beginnen met een tekst uit de Tao van Lao Tzu.
We verbinden spaken tot een wiel,
maar het gat in het midden laat de wagen rijden.
We vormen van klei een pot,
maar de leegte binnenin houdt alles vast wat we willen.
We timmeren van hout een huis,
maar de innerlijke ruimte maakt het leefbaar.
We werken met wat is,
maar wat niet is, gebruiken we.
Lao Tzu
Door rond het thema ‘afwijzing’ te werken, heeft de ‘plek van mogelijkheden’ – het midden, de leegte, de innerlijke ruimte – zich aan ons getoond. Sommige mensen hebben een diepe angst om afgewezen te worden. Vaak doordat ze ooit schade opgelopen hebben op het vlak van zelfwaarde. Het effect daarvan is dat ze heel veel situaties vermijden: spreken voor groepen, veranderen van job, nieuwe hobby’s proberen etcetera. Ze blijven – om pijn te vermijden – ver weg van de binnenste rand van hun comfortzone. Dit is natuurlijk funest voor de ontwikkeling van hun potentieel.
Maar nog erger is het feit dat de cirkel waarbinnen die mensen zich bewegen, vaak nog verder krimpt met de jaren. Om echte situaties van pijn te vermijden, hebben ze een interne strategie ontwikkeld om zichzelf te beschermen. Elk idee om iets te doen dat zou kunnen leiden tot afwijzing wordt tussen de oren al afgewezen door een soort interne criticus. Eens dit patroon is geïnstalleerd ontstaat er een vicieuze cirkel waardoor de creatieve ruimte bijzonder klein wordt. Kortom, er is amper nog een plek van mogelijkheden. Die is volledig gevuld met ‘ja maar’s’. Het is bijzonder belangrijk om te begrijpen dat dit meestal geen weerstand is maar een overlevingsmechanisme dat leidt in de richting van perfectionisme of extreme rigiditeit.
We stelden vast dat het leren omgaan met afwijzing, leidt tot het milder worden van de interne criticus, wat dan weer leidt tot een grotere plek van mogelijkheden. En net dat leidt dan weer tot meer durf, stap voor stap. De plek der mogelijkheden start dus tussen de oren van iemand. Bij groepen is er een soort collectieve psyche en ook die kan in eenzelfde soort patroon gevangen raken, enerzijds vanuit de historie van de teamleden maar evenzeer vanuit de positieve of negatieve ervaringen die het team heeft opgebouwd binnen de context van de organisatie. Er zijn immers organisaties waar je maar beter geen fouten kunt maken. Kortom, als de plek van mogelijkheden klein geworden is, dan zal een VUCA-wereld als bijzonder beangstigend worden ervaren.
Om succesvol te kunnen zijn in een onvoorspelbare wereld moet je als individu de weg naar die plek van mogelijkheden kennen, want alleen van daaruit ontwikkelen zich nieuwe paden. Het is dan van belang om je te realiseren dat die plek van mogelijkheden heel plotseling kan dichtklappen als zich iets voordoet dat je overlevingsmechanismes triggert. Vanuit persoonlijk leiderschap is het dus wenselijk dat jij – net zoals de andere teamleden – zicht krijgt op jouw rode knoppen en dat je leert waarom en wanneer je getriggerd wordt. Zo kun je ermee leren omgaan en worden je oude triggers milder tot je ze op een dag kunt ontgroeien. Deze ontwikkeling – op heel persoonlijk vlak – wordt bijzonder vaak over het hoofd gezien als het gaat over mensen – leidinggevend of niet – weerbaar maken in een snel veranderende, complexe wereld. Terwijl wij door de jaren heen hebben geleerd dat hier meestal de lakmoesproef zit.